Wat vindt u van de Haagse bezuinigingen op de fiscale giftenaftrek? Denk ook aan de kritische evaluatie van de periode 2016-2021 door SEO Economisch Onderzoek in opdracht van het ministerie van Financiën en aan het voorstel de giftenaftrek te vervangen met een geefsubsidie.
Kloeze: "Het SEO-rapport bedient vooral fiscalisten en financiële professionals. Het is een berekening van kosten en baten. Nodig, maar er worden alternatieven aangeboden die alleen langs de fiscale en financiële meetlat worden gelegd. ‘De geefsubsidie, de matching, die in het SEO-rapport als alternatief wordt genoemd voor de giftenaftrek, past niet bij hoe wij in Nederland denken over de relatie tussen overheid en het maatschappelijk middenveld. Het SEO-rapport haalt in dit verband het Verenigd Koninkrijk en Ierland aan en dat zijn precies de twee landen waar overheidstoezicht op goede doelen bestaat. Daarvoor hebben we in Nederland bewust niet gekozen."
"Wat volgens mij ontbreekt in het gesprek over de giftenaftrek is een visie over de gewenste relatie tussen overheid en filantropie. We hebben in Nederland bewust gekozen voor extern toezicht op goede doelen door zelfregulering. En dus niet voor toezicht door de overheid. Je kunt goede doelen indelen in drie categorieën: goede doelen die samen met de overheid iets doen, goede doelen die actief zijn naast de overheid en goede doelen die onderwerpen agenderen."
En dus?
"Wanneer de overheid zich meer met toezicht bemoeit, kan zij ervoor kiezen om bepaalde goede doelen niet de ruimte te geven. Gelet op de huidige regering is dit een punt van zorg. Er wordt kritisch gedacht over agenderende goede doelen, zoals Greenpeace of Milieudefensie. Dit kan leiden tot een verarming van de democratie. Het is belangrijk dat genoemde categorieën kunnen blijven bestaan en ruimte krijgen. De rol van de overheid is de sector van goeddoen te faciliteren en te stimuleren. Met de invoering van matching die uitgaat van een rol van de overheid waarvoor we in Nederland niet kiezen, haal je dus een Fremdkörper in huis."
"De geefsubsidie, de matching, die in het SEO-rapport als alternatief wordt genoemd voor de giftenaftrek, past niet bij hoe wij in Nederland de rol van het maatschappelijk middenveld definiëren. Het SEO-rapport haalt in dit verband het Verenigd Koninkrijk en Ierland aan en dat zijn precies de twee landen waar overheidstoezicht op goede doelen bestaat. Met de invoering van matching haal je een Fremdkörper in huis."
Wat moet gebeuren?
"Idealiter is dus eerst een visie nodig op de verhouding tussen overheid en filantropie. En daarna kun je fiscalisten en financiële mensen laten rekenen. Als je deze volgorde aanhoudt, kom je echt tot andere keuzes. Rinnooy Kan zegt terecht dat je het huidige systeem nog verder kunt verbeteren. Daar wordt in het SEO-rapport helemaal niet over gesproken. Iets anders is dat de giftenaftrek niet bekend genoeg is. We kunnen de regeling best bekender maken."
Goede doelen en andere nonprofit organisaties ondervinden veel hinder bij het doen van hun bankzaken door de gevolgen van de strenge compliance regels van banken. Kan het toezicht van het CBF hierin iets betekenen?
"Ja, zeker. Samen met Goede Doelen Nederland en andere partijen in de sector zetten we ons in om de gevolgen van deze “de-risking” te verminderen. Vorig jaar is in goed overleg met de Nederlandse Vereniging van Banken een Sector Standaard voor de non profit sector tot stand gekomen. Daarin worden risico-verlagende factoren geïdentificeerd. Dat houdt in dat niet alle stichtingen en verenigingen over een kam worden geschoren, maar per organisatie bekeken moet worden hoe risicovol zij werkelijk zijn. De CBF-Erkenning wordt daar expliciet genoemd als zo’n risico-verlagende factor. Daar zijn we blij mee."
"Overigens is uit een recent onderzoek, dat we als sector hebben laten uitvoeren, gebleken dat de implementatie van deze Sector Standaard nog veel beter moet. Gelukkig zijn de banken en de NvB daar ook van overtuigd. We zien dit onderzoek als een nulmeting en zullen vinger aan de pols blijven houden."
Onlangs telde het CBF 700 erkende goede doelen. Wat is het streven?
"Het jaarlijkse geefgeld in Nederland is onlangs door de VU geschat op € 5,3 mrd in 2022. De 700 erkende goede doelen incasseren het merendeel daarvan deel. Daar zijn we blij mee. De groei zit bij de kleine organisaties. De magische grens van duizend erkende goede doelen moet binnen enkele jaren haalbaar zijn."
"Ook kleine organisatie kunnen risicovol zijn voor de sector en dan is het fijn wanneer ze onder toezicht vallen. Punt is dat daar ons businessmodel niet op gebouwd is. Ons toezicht is duurder dan het geld dat zij daarvoor betalen. De grote goede doelen leggen vanuit het solidariteitsprincipe iets meer bij. Als deze verhouding scheef gaat lopen hebben we als CBF iets om op te lossen."
En het groeipotentieel buiten kleine organisaties?
"Samen met de Raad voor de Erkenningsregeling ondernemen we twee acties: we onderzoeken waar organisaties zitten die vallen in de werkingssfeer van de Erkenningsregeling maar nog niet erkend zijn. De vraag is dan: wat zou de reden zijn waarom ze nog geen erkenning hebben aangevraagd? En vervolgens: wat zouden wij als CBF kunnen doen om het voor deze organisaties makkelijker te maken om de erkenning aan te vragen."
"Daarnaast is ons voornemen om in kaart te brengen of er verbreding mogelijk is. Het gaat dan om organisaties die nu nog niet binnen de werkingssfeer van de Erkenningsregeling vallen, maar wel maatschappelijk initiatief ontplooien. Ook daar zit groeipotentieel. Denk aan sociale ondernemingen, steunfondsen, culturele organisaties en wellicht, als zij dat zouden willen, ook vermogensfondsen."
Hoe ziet u dat voor zich?
"Voor deze laatste actie geeft de Raad voor de Erkenningsregeling een expert de opdracht dit verder te onderzoeken. We zullen dan moeten bezien of voor nieuwe gegadigden een nieuw Erkenningsstelsel moet worden ingericht op basis van de principes die we nu hebben. Wellicht passen ze toch in de huidige regeling."
Het CBF is de externe toezichthouder, stichting Intern Toezicht Goede Doelen beijvert zich voor het interne toezicht. Communicerende vaten?
"Ik ben blij met stichting ITGD. Zij willen het interne toezicht op goede doelen professionaliseren. Daar zijn wij een groot voorstander van. De normen op het vlak van governance mochten best wat strenger. Governance is een van de acht hoofdstukken in de Erkenningsregeling. Daar zijn normen aan toegevoegd en zaken zijn verduidelijkt. Per 1 januari 2025 zullen aangescherpte normen – mede met inbreng van ITGD – van kracht zijn."
Met als beoogd effect?
"Ik ben het met de ITDG-voorzitter Franck Erkens eens dat governance de cultuur van een organisatie kan maken of breken. Aangescherpte normen geven ons als externe toezichthouder een haakje om het interne toezicht te bevragen. Wij kunnen dan afdwingen dat de interne toezichthouder goed bezig is, kwaliteit heeft, zich houdt aan profielen. We kunnen toezien op ongewenste belangenverstrengeling en kijken of er regelmatig en deugdelijk geëvalueerd wordt."
"Een Raad van Toezicht lijkt niet zo belangrijk omdat het werk wordt uitgevoerd door anderen, maar cultuur begint aan de top. Als het daar niet goed is, hebben mensen op de werkvloer daar heel veel last van. Dus dat we met elkaar – CBF en ITGD – zorgen dat de governance in een organisatie voldoet, dat er kennis is en dat er kwaliteit zit, daar ben ik een groot voorstanders van. Gelukkig is deze trein mede dankzij ITGD goed in beweging gekomen."
Welke instantie houdt toezicht op het CBF?
"In Nederland is zelfregulering absoluut geen softe manier van toezichthouden. We kennen als CBF een driepartijenstelsel met een onafhankelijke normsteller en een onafhankelijke toezichthouder terwijl de goede-doelensector zelf ook betrokken is. Wij leggen als certificatie-instelling verantwoording af aan de Raad voor Accreditatie. Met als hoger doel dat het vertrouwen in de kwaliteit van het CBF als onafhankelijke toezichthouder gerechtvaardigd is."
Wat zijn hoofd- en neventaken van het CBF als externe toezichthouder?
"Onze hoofdtaak is toezicht houden op goede doelen. Wedragen daarmee bij aan het vertrouwen van de samenleving in goede doelen. En aan een sterke sector. In de uitvoering van dat alles is de monitoring uiteraard een belangrijke activiteit. Ook onderzoeken en informeren behoren tot de kerncompetenties. Deze drie hangen sterk met elkaar samen."
"Doordat we toezicht houden op 700 organisaties hebben we veel data. Aangezien we deze data gevalideerd invoeren betreft het waardevolle data waarmee je goed onderzoek kan doen. En deze data gebruiken we bij ons toezicht dat we via benchmarks actueler en relevanter maken. Maar we gebruiken de data ook om inzichten te delen met de sector en daarbuiten."
"The State of the sector’ is daar een voorbeeld van? Daarin kwantificeren en duiden jullie immers de waarde van goed doen en introduceren jullie een goede-doelenindex.
"Dit onderzoek voeren we uit samen met de Radboud Universiteit. Daar komen inzichten uit waarmee de sector geholpen kan zijn. Maar ook de overheid en de politiek. Feiten in plaats van onderbuikgevoelens, daar houden we van. In september hebben we bijeenkomsten georganiseerd waarin we goede doelen, brancheorganisaties, wetenschappers en andere betrokkenen bij de goededoelensector gevraagd hebben mee te helpen bij het duiden van de bevindingen. In het rapport is die inbreng gebruikt. De State of the Sector is in november j.l. gepubliceerd. En wat betreft informeren: daarin zien we voor ons een belangrijke publieksfunctie voor donateurs, gevers en anderen die betrokken zijn bij goede doelen."
Hoe wordt het CBF gefinancierd?
"Belangrijke financieringsbronnen zijn de goede doelen die onder ons toezicht staan (74,4% van ons budget). Ook ontvangen we subsidie van het ministerie van Justitie & Veiligheid (14,5%) . Een andere financieringsbron vormen de gemeentes (8,5%) die we van oudsher – bij een eeuw – bedienen met informatie over wie er aan de deur komt."
Wat is de toekomstige onderzoekagenda van het CBF?
"Naast het onderzoek in het kader van ''The state of the sector'' investeren we momenteel in de verrijking van onze dataset. We zorgen ervoor dat de basis van ons databestand nog beter op orde is zodat we data effectiever kunnen gebruiken voor benchmarks zowel voor ons eigen toezicht als – naar buiten gericht – voor de sector."
"Ook kijken we naar het donateursperspectief. We zijn in gesprek met de organisaties Happy Horizon en Keen over meer specifieke bevraging van groepen donateurs. Zo kunnen we het donateursperspectief beter meenemen in ons toezicht. Daarnaast is er behoeft aan een focusgroep van donateurs om meer de diepte in te gaan met specifieke onderwerpen. Daarbij past een verzwaring van de functie van ons expertisegebied Geven en gemeentes. Tot slot zullen er normen bijkomen die gaan over de relatie tussen donateurs en goede doelen."
Dank aan Bert Koopman van De Dikke Blauwe voor het informatieve en openhartige interview met Harmienke Kloeze: https://www.dedikkeblauwe.nl/news/interview-harmienke-kloeze-cbf