Het onderzoek naar de impact van Covid-19 in 2020 op de goededoelensector laat grote verschillen tussen organisaties zien. De kleinere goede doelen zijn financieel het hardst getroffen. Onder de grotere goede doelen is er een kleiner verlies, ook veroorzaakt doordat een klein aantal van hen juist een groei in baten laat zien. Alles tezamen genomen verliest een organisatie gemiddeld 6% van haar inkomsten. Dit blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van de Radboud Universiteit en het CBF, Toezichthouder Goede Doelen.
Onderlinge verschillen zijn groot
Grotere organisaties zijn in veel grotere aantallen (58%) nieuwe activiteiten gestart die specifiek gerelateerd zijn aan COVID-19 en/of hebben de switch gemaakt naar het online aanbieden van een deel van de reguliere activiteiten. Dit zegt veel over de slagkracht en flexibiliteit van deze organisaties. Van de 317 Erkende Goede Doelen die meegedaan hebben, noteert de helft (159 organisaties) een verlies aan inkomen over 2020 als gevolg van COVID-19. Hierbij worden de kleinste organisaties (tot 100.000 euro aan totale baten) het hardst getroffen: zij verliezen gemiddeld 13,4% aan opbrengsten ten opzichte van 2019, tegen een verlies van 0,3% bij grote goede doelen (> 2 miljoen euro aan totale baten). Tevens laat 28% (= 90 organisaties) een groei aan inkomen zien. In de helft van deze gevallen betreft het grote goede doelen.
Behalve de omvang blijkt ook waar en waarin je actief bent van invloed op de financiële resultaten. Zo ervaren organisaties die actief zijn in ontwikkelingslanden significant minder negatieve gevolgen van COVID-19. Organisaties op het terrein van natuur en milieu hebben relatief veel aandacht gekregen van donateurs in 2020 terwijl organisaties binnen onderwijs & wetenschap en welzijn het juist veel zwaarder hebben gehad in 2020. Daarnaast zijn organisaties die sterker afhankelijk zijn van inkomsten uit evenementen, inkomsten van bedrijven en van inkomsten uit eigen bedrijfsmatige activiteiten (bijvoorbeeld entreekaartjes en shops bij musea) harder getroffen.
Particulierenbijdrage relevant
Uit het onderzoek blijkt dat veelal de bijdragen van particulieren het verschil maken, zowel in negatieve zin als in positieve zin. Problemen om fondsenwervende acties en evenementen te organiseren (meer dan 50% van de organisaties noemt dit) en een terugloop in eenmalige giften (37%) zorgen voor inkomstendaling. Vaste donateurs daarentegen blijven ook in Covid-19-tijden hun organisaties trouw. Bij de stijgers spelen de particuliere donaties een positieve rol. Dit is toe te schrijven aan een toename aan vaste donateurs (34%) en erfenissen (33%). “Het is mooi dat uit dit onderzoek naar voren komt dat in deze moeilijke tijden Nederlanders vrijgevig blijven en dat ze zich loyaal tonen aan diverse goede doelen die juist in deze tijd zo waardevol blijken te zijn”, aldus Harmienke Kloeze, directeur CBF.
Meer weten? Het rapport met highlights uit het onderzoek vind je hier.
Over het onderzoek
Het onderzoek is een gezamenlijk initiatief van de Radboud Universiteit en het CBF, Toezichthouder Goede Doelen. 317 Erkende Goede Doelen hebben aan het onderzoek meegewerkt; deze groep is representatief voor alle Erkende Goede Doelen. De goede doelen die hebben deelgenomen aan het onderzoek hebben een gezamenlijke opbrengst van 2,47 miljard euro.