Lisanne van den Berg doet promotieonderzoek naar dit onderwerp, gesteund door het CBF, Toezicht op Goeddoen. Ze roept goede doelen op om mee te werken aan het onderzoek.
Van den Berg (34) behaalde haar master Sociologie aan de Universiteit van Oxford en werkt als onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam. Met steun van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is ze onlangs gestart met een promotieonderzoek dat raakt aan het HR-beleid van goede doelen. Ze werkt daarbij samen met Dr. Daniël van Middelkoop (HvA) en promotor Prof. Dr. Ir. Tanja van der Lippe (Universiteit Utrecht).
“Ik geloof dat mensen die dit werk doen ondersteund moeten worden bij wat hen drijft”—Lisanne van den Berg
Persoonlijke hulpbronnen
De centrale vraag in Van den Bergs onderzoek: hoe kunnen medewerkers van goede doelen hun persoonlijke hulpbronnen – zoals optimisme, veerkracht en zelfeffectiviteit (het vertrouwen in de eigen bekwaamheid) – inzetten om hun welzijn te behouden?
“Goede doelen doen op allerlei vlakken prachtig werk,” vertelt Van den Berg. “Ze werven zelf middelen en realiseren maatschappelijke impact met vaak innovatieve projecten. Ik geloof dat mensen die dit werk doen ondersteund moeten worden in wat hen drijft. Maar hoe staat het eigenlijk met die persoonlijke hulpbronnen? Naar de emotionele en mentale basis van medewerkers in deze sector is nog nauwelijks onderzoek gedaan. Wel blijkt uit TNO-onderzoek dat HR-afdelingen in deze organisaties relatief weinig doen om de mentale gezondheid van werknemers te versterken. Er is dus nog veel te leren.”
Perfect storm
Van den Berg noemt het onderwerp actueel, omdat het welzijn van werknemers wereldwijd de afgelopen tien jaar is afgenomen. Die negatieve trend blijkt onder meer uit de sterke stijging van het aantal werknemers met burn-outklachten: van 13,4% in 2015 naar 20% in 2022.
CBF, Toezicht op Goeddoen ondersteunt het onderzoek. Gerjob Lootens, Manager Data, Onderzoek & Ontwikkeling, licht toe waarom het onderwerp relevant is: “Medewerkers van goede doelen werken vaak vanuit een sterke intrinsieke motivatie. Daardoor zetten ze sneller een stap extra – soms ten koste van zichzelf. Tegelijkertijd vragen donateurs om zoveel mogelijk geld aan de doelstelling te besteden, waardoor het budget voor de interne organisatie vaak onder druk staat. In organisaties met weinig mensen en grote ambities ontstaan dan sneller stressvolle situaties. Als bijvoorbeeld fondsenwerving tegenvalt, kan er een soort perfect storm ontstaan waarin dingen misgaan en mensen uitvallen.”
Van den Berg start haar onderzoek in 2025 met een verkennende fase, waarin zij ongeveer dertig medewerkers van goede doelen interviewt. “In die gesprekken wil ik ontdekken welke rol persoonlijke hulpbronnen spelen in het bevorderen van welzijn,” legt ze uit. “De inzichten die dat oplevert, toets ik later met een vragenlijst die ik in 2026 hoop te ontwikkelen. Die zal worden verstuurd naar enkele duizenden respondenten. Ik richt me op professionals, niet op vrijwilligers, en stel een representatieve onderzoeksgroep samen met medewerkers van zowel kleine als grote goede doelen.”
Een paar stappen vooruitdenken
Op welke manier ondersteunt het CBF het onderzoek? Lootens: “We hebben afgesproken dat we helpen bij de brede verspreiding van de enquête. Daarnaast zorgen we voor zichtbaarheid van het onderzoek, onder meer via onze nieuwsbrief.”
“Hoe het onderzoek ons als CBF helpt? Het CBF wil maatschappelijke discussies over goeddoen voeden met feiten,” zegt Lootens. “De inzichten uit dit onderzoek kunnen helpen om aandacht te vragen voor een gezonde balans tussen bestedingen aan de doelstelling en investeren in mensen. Zij zijn immers degenen die de doelstelling waarmaken – ook op de lange termijn. Het onderzoek raakt bovendien aan normen waarop wij toetsen, zoals de manier waarop organisaties omgaan met hun medewerkers en vrijwilligers. De vraag die ik mezelf stel is: hoe helpen de uitkomsten ons om de juiste vragen te blijven stellen? En hoe versterken ze ons ontwikkelgerichte toezicht, zodat we organisaties ruimte en richting kunnen bieden voor groei? Ik denk dat onderzoek ons helpt om een betere toezichthouder te worden.”
Veel bereidwilligheid
Van den Berg ziet haar onderzoek – en het uiteindelijke proefschrift – niet als een papieren exercitie, maar als een kans om de sector praktische handvatten te bieden. “Als het onderzoek in een stoffige la verdwijnt, heb ik mijn doel niet bereikt,” zegt ze. “Ik wil gaandeweg workshops organiseren voor HR-professionals, om inzichten te delen en samen te verkennen hoe we die theorie in de praktijk toepasbaar kunnen maken. Daarnaast ben ik van plan meerdere artikelen te publiceren in vakbladen.”
Maar eerst volgen de interviews en de grootschalige enquête. Het onderzoek staat nog in de kinderschoenen, maar Van den Berg merkt nu al veel betrokkenheid. “Ik zie veel bereidheid in de sector om over dit thema te praten. Medewerkers van goede doelen zijn er duidelijk mee bezig – en dat is niet vreemd. We denken allemaal na over hoe het met ons gaat, en wat we nodig hebben om ons beter te voelen.”
Op de hoogte blijven of meedoen aan het onderzoek?
Stuur een mail naar Lisanne van den Berg via l.i.s.a.van.den.berg@hva.nl of voeg haar toe op LinkedIn.