Wat is de rol van het CBF omtrent integriteit bij de Erkende Goede Doelen?
“Integriteit is bij het CBF een tweerichtingsverkeer. Sinds 2019 bevat de Erkenningsregeling een nieuw hoofdstuk Integriteit. Vanaf dat moment worden alle nieuwe Erkende Goede Doelen getoetst op integriteitsnormen. Bij Erkende Goede Doelen zijn deze normen, na een overgangsperiode, in 2020 getoetst met een thematische toets. Naast de toetsingen geldt er bij het CBF een meldplicht. Als er iets gebeurt dat raakt aan integriteitsschendingen, dan zijn Erkende Goede Doelen verplicht dit bij ons te melden. Zo houden wij zicht op wat er gebeurt in de sector, kunnen wij met Erkende Goede Doelen in gesprek gaan en ingrijpen waar nodig.”
Hoe worden Erkende Goede doelen getoetst op integriteit?
"Alle Erkende Goede Doelen worden getoetst op normen. In totaal zijn er acht thema’s waarop Erkende Goede Doelen getoetst worden, waaronder integriteit. Wij vragen van organisaties dat zij een integriteitsbeleid hebben, waarin de hele cyclus, van preventie tot respons, aanwezig is. Hierin maken wij wel onderscheid tussen kleine (categorie A tot 50K, A & B) en grote (categorie C & D) organisaties. Hoe groter de organisatie is, hoe meer wij verwachten van het integriteitsbeleid. Dit is ook terug te zien in de normen per categorie.”
Hoe werkt die cyclus van het integriteitsbeleid?
“Bij het managen van een integere organisatie is preventie het allerbelangrijkste. Hoe voorkom je als organisatie dat er integriteitsschendingen kunnen plaatsvinden? Dat is ontzettend lastig en het komt overal voor. Mensen maken nu eenmaal fouten. De vraag is hoe organisaties daar dan mee omgaan. Wij vragen bijvoorbeeld van alle Erkende Goede Doelen dat zij een gedragscode hebben. Vervolgens is het natuurlijk belangrijk dat deze gedragscode bij alle medewerkers bekend is. Naast preventie is er natuurlijk het management van het beleid. Het is belangrijk dat het beleid bespreekbaar blijft en aangepast wordt waar nodig. Zo moeten ontwikkelingen in de sector of in de organisatie meegenomen in het beleid. Daarnaast houd je het document levend, door erover te blijven praten en voorbeelden of dilemma’s te bespreken met het team.
Tot slot is er de respons. Wanneer je een melding krijgt dat er iets niet goed is gegaan, moet je daar op de juiste manier mee omgaan. Erkende Goede Doelen dienen na te denken over wie de melding onderzoekt, hoe je zo’n melding behandeld, hoe je mensen aanspreekt etc. Hierbij is het belangrijk dat er nagedacht wordt over hoe er vertrouwelijk met de informatie wordt omgegaan. En als blijkt dat de melding klopt, wat doe je dan met de dader? Heb je ook oog voor het slachtoffer?
Uiteindelijk zullen er uit het onderzoek en de mogelijke sanctie vast leerpunten zijn die weer meegenomen kunnen worden in het beleid. Zo maken we de cirkel weer rond.”
Er is voor Erkende Goede Doelen naast de toetsingen ook een meldplicht. Kan je iets vertellen wat dat inhoudt?
“Zeker. Op het moment dat een goed doel de Erkenning toegewezen krijgt, gaan wij een overeenkomst met elkaar aan. Aan die overeenkomst kunnen beide partijen bepaalde rechten ontlenen, zoals het gebruik van het 'Erkend Goed Doel'-logo. In deze overeenkomst zijn ook verplichtingen opgenomen, de meldplicht is er een van. Simpel gezegd houdt de meldplicht in dat, als er iets gebeurt waardoor een Erkend Goed Doel mogelijk niet meer aan de normen van de Erkenningsregeling voldoet, zij dit direct bij ons moeten melden. Ze zijn daarnaast verplicht ons alle gebeurtenissen te melden die het vertrouwen van donateurs in de organisatie, en daarmee ook in andere goededoelenorganisaties, kan schaden. Overigens zijn donateurs in dit geval niet alleen de “gewone” Nederlander die geld doneert, maar ook mensen die hun tijd doneren in de vorm van vrijwilligerswerk of instanties zoals de overheid, vermogensfondsen, loterijen etc. Dus alle gevers die bijdragen aan de missie van de Erkende organisatie.
Het CBF kan, wanneer een organisatie de meldplicht niet naleeft of niet meer aan de normen voldoet, een organisatie onder verscherpt toezicht plaatsen. Dit betekent dat er bindende afspraken worden gemaakt, waarin wordt vastgelegd wat het CBF van de organisatie verwacht en welke aanpassingen zij moeten maken. Als na de opgelegde termijn de afspraken niet zijn nagekomen, kunnen wij de Erkenning intrekken. Sinds de integriteitsnormen in 2019 zijn ingevoerd, zijn er in totaal 7 Erkenningen ingetrokken. Hiervan zijn twee Erkenningen ingetrokken wegens integriteitsschendingen, één keer wegens fraude en één keer wegens interpersoonlijke schendingen.”
Welke uitdagingen zijn er op het gebied van integriteitsmanagement?
“Integriteit is nooit af. Zoals je er je leven lang naar kunt streven een goed mens te zijn, zo blijft het ook voortdurend aandacht vragen om een integere organisatie te zijn. Het is belangrijk om te blijven communiceren over integriteitsmanagement binnen de organisatie. Erkende Goede Doelen moeten er iets over opnemen in hun jaarverslag en daarin dus ook transparant zijn wanneer er iets niet goed is gegaan. Je moet aan je donateurs laten zien wat er speelt binnen de organisatie. Dat is natuurlijk niet altijd leuk, maar toch is openheid daarover iets wat wij als toezichthouder ontzettend belangrijk vinden en van de Erkende organisaties vragen.
Daarnaast zijn gesprekken binnen de organisatie over integriteit vaak lastig, zeker wanneer er sprake is van bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag of fraude. Soms is er een afhankelijkheidsrelatie, zoals een vriendschap of omdat je een tijdelijk contract hebt en bang bent je baan kwijt te raken. Mensen aanspreken op hun gedrag is makkelijker gezegd dan gedaan. Zulke gesprekken voeren is iets wat je moet leren.”
Hoe ondersteunt het CBF Erkende Goede Doelen bij hun integriteitsmanagement?
“Wij gaan altijd met de Erkende Goede Doelen in gesprek wanneer zij een melding doen. Wij kijken samen met hen naar de stappen die ze moeten nemen om een mogelijke integriteitsschending in goede banen te leiden. Het is wel aan het Erkende Goede Doel zelf om de juiste vervolgstappen te nemen, dus daar toetsen wij ze dan ook op. Naast de meldplicht zijn er ook andere aanleidingen om met Erkende Goede Doelen in gesprek te gaan over integriteit. Zo komt het ter sprake bij de initiële en hertoetsingen en hebben wij voor kleinere organisaties al een aantal keer een bijeenkomst georganiseerd, een kennissessie. Daarin hebben wij toegelicht wat wij van ze verwachten en konden ze ons vragen stellen. Zo dragen wij bij aan de professionalisering van de sector en kunnen donateurs met een gerust hart geven.”
Wat liet de thematische toets in 2020 zien?
Op basis van cijfers van categorie C & D.
- Na een overgangsperiode, bleek in 2020 dat dat 81% van de grotere Erkende Goede Doelen (C & D) een integriteitsbeleid heeft vastgelegd.
- 89% van de Erkende Goede Doelen had in 2020 een gedragscode (t.o.v. 77% in 2018).
- 91% van de Erkende Goede Doelen had in 2020 een meldpunt waar (vermoedelijke) schendingen veilig en vertrouwelijk kunnen worden gemeld (t.o.v. 62% in 2018).
Onder integriteitsschendingen verstaat het CBF in ieder geval (maar niet uitsluitend):
1. Machtsmisbruik (corruptie; belangenverstrengeling en nepotisme; manipulatie van of misbruik/lekken van informatie;)
2. Financiële schendingen (fraude; oneigenlijk gebruik/misbruik van middelen; diefstal; belastingontwijking en vermogensbeheer/beleggingsbeleid in strijd met de doelstelling van de organisatie)
3. Interpersoonlijke schendingen (ongewenste intimiteit, seksuele intimidatie en seksueel geweld; agressie, discriminatie en pestgedrag)