Het onlineseminar over de ontwikkelingen rondom het voorkómen van terrorismefinanciering en witwassen en hoe dit ook goede doelen raakt, voorzag duidelijk in een behoefte. Het doel was goede doelen bewust te maken van wat er speelt en te inventariseren waar de informatiebehoefte ligt. Veel goede doelen herkenden zich in de problematiek dat regelgeving van overheid en banken wordt aangescherpt, waardoor het bijvoorbeeld erg moeilijk kan zijn om geld over te maken naar partnerorganisaties in buitenlandse risicogebieden.
Uit de antwoorden op de Mentimetervraag over de verwachting over dit seminar, gaven veel mensen aan dat ze deelnamen om kennis op te halen over de wirwar van regels en inzicht te krijgen in risico’s.
Perspectief vanuit wet- en regelgeving
Lia van Broekhoven, directeur van Human Security Collective, gaf informatie over de Europese regelgeving en de FATF-evaluatie (Financial Action Taskforce). Zij lichtte toe hoe belangrijk de FATF-evaluatie is voor Nederlandse goede doelen. De FATF heeft standaarden ontwikkeld ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering waar aangesloten landen, waaronder Nederland, aan moeten voldoen. Op dit moment is de voorbereiding van de Nederlandse evaluatie in volle gang. Lia benadrukt hoe belangrijk het is dat de FATF, in de gesprekken met Nederlandse vertegenwoordigers (waaronder SBF, Goede Doelen Nederland en het CBF), overtuigd wordt van de goede wijze waarop een aantal zaken in Nederland is georganiseerd. Samenwerking onderling, goed overleg met het ministerie van Financiën, duaal toezicht (Erkenning en ANBI) en de rol van zelfregulering zijn hierin kernbegrippen. Lia ziet dat fondsenwervende organisaties die activiteiten willen financieren in risicolanden belemmeringen ondervinden om hun bankzaken onder te brengen. Met name ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties ervaren dat steeds meer informatie vertrekt moet worden aan banken die allerlei clausules hanteren in bankcontracten.
Gosse Bosma, secretaris Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF), verduidelijkte de geschiedenis van het ‘Veiligheidsdossier’, dat in 2017 in het regeerakkoord werd genoemd. Dit dossier, over de ‘ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke organisaties door geldstromen uit onvrije landen’, dreigde te leiden tot een publicatieverplichting van grotere donaties voor goede doelen. Dit raakt direct aan het vertrouwen tussen donateur en goed doel. SBF heeft die verplichting kunnen voorkomen.
Perspectief vanuit de banken
Namens ABN AMRO sprak Rob van ’t Oever, Global Head of Intelligence over de manier waarop de banken de compliance invullen. Alleen ABN AMRO heeft al 4.000 mensen in dienst die rekeninghouders en geldstromen controleren. Een vraag waar veel organisaties mee zaten, is hoe je je bank kunt overtuigen de transactie uit te voeren. Grote organisaties hebben vaak een eigen accountmanager, maar een kleine organisatie heeft die niet. Die moet steeds opnieuw een medewerker zien te overtuigen. Lia van Broekhoven gaf vervolgens aan dat er samengewerkt wordt met de Nederlandse Vereniging van Banken om volgend jaar een portal te lanceren waar praktische informatie voor non-profitorganisaties over bankzaken en regelgeving te vinden zal zijn.
Onderzoek CBF
Daarna deed Diederik van der Plas, data-analist bij het CBF, verslag van het onderzoek onder Erkende Goede Doelen in het kader van de jaarlijkse Check en Reflectie. Daarin werden vragen gesteld over kennis over terrorismefinanciering, controlemechanismen en belemmeringen die goede doelen ervaren. Gemiddeld 11% ervaart belemmeringen met overmakingen, maar de verschillen tussen kleine en grote Erkende Goede Doelen zijn groot: 4% in categorie A tot 34% in categorie D. En steeds vaker blijken nieuwe organisaties geen bankrekening te kunnen openen. (Meer weten? De volledige publicatie over dit onderzoek vind je hier).
Perspectief vanuit goede doelen
Simone Groenendijk, directeur van Trees for All, en Arnoud de Jong namens ZOA, gingen in op de belemmeringen en deelden hun ervaringen. Trees for All screent continu alle samenwerkingspartners. Dat vergt behoorlijk veel tijd en energie. ZOA ervaart bijvoorbeeld veel moeite om geld over te maken naar Syrië. Als de ontvanger geïdentificeerd moet worden, kom je in de knel met privacy en mensenrechten. ZOA hanteert zelf al strikte regels, maar loopt toch af en toe nog tegen problemen aan. Je kunt vaak niet om buitenlandse banken heen, en die kunnen ook dwarsliggen.
Paneldiscussie met brancheorganisaties en toezichthouder
Het seminar werd afgesloten met een paneldiscussie. Daaraan namen deel: Diederik van der Plas (CBF), Erik Boerrigter (directeur Partin), Koos de Bruijn (advocacy-manager Partos) en Margreet Plug (directeur Goede Doelen Nederland). Aan de orde kwam onder andere dat je graag gebruik wilt maken van alle moderne digitale middelen, maar dat je soms wordt teruggeworpen op ouderwetse, contante, houtje-touwtje-middelen omdat de benodigde registraties niet rondkomen.
Er was ook wel iets positiefs te melden: je komt weliswaar belemmeringen tegen, maar je krijgt ook beter zicht op hoe de ‘keten’ werkt. De Handreiking Integriteitsbeleid en de Erkenningsnormen kunnen daarbij ook helpen. Partos heeft een eigen sectorspecifieke ISO-certificering: Partos 9001.
Er blijkt behoefte te zijn aan een kennisbank met up-to-date-informatie en praktische tips, zodat niet elke organisatie zelf het wiel hoeft uit te vinden. Daar zullen CBF, Goede Doelen Nederland, Partos en Partin zich over buigen. Ook zullen we naar aanleiding van de vragen en opmerkingen bekijken of een volgend seminar/informatiebijeenkomst gewenst is om meer de diepte in te gaan rondom dit onderwerp. Sowieso zullen de hierboven genoemde partijen samenwerken om te kijken welke volgende stappen moeten worden genomen om praktische informatie ter beschikking te stellen aan goede doelen over dit onderwerp.
Je kunt het seminar terugzien op het YouTube-kanaal van het CBF.
Het ministerie van Financiën heeft net ook ter verduidelijking een factsheet uitgebracht met tips voor de non-profitsector om de risico's te beperken. Die kan je hier lezen.