Waar moet mijn organisatie aan voldoen?
De toetsingsnormen zijn afgestemd op de grootte van de organisatie. Hoe groter de organisatie is, hoe strenger de normen zijn. Bij het CBF werken wij met 5 categorieën.
De toetsingsnormen bestaan uit twee onderdelen:
Harde normen: zaken die we echt eisen. Wij verstrekken de Erkenning en trekken die in op basis van deze harde normen als dat nodig is.
Zachte normen: ontwikkel- en bespreekpunten die je helpen om verder te professionaliseren.
Er zijn 5 toetsingscategorieën, die zijn afgestemd op de totale opbrengsten van je organisatie. Voor grotere goede doelen gelden strengere normen dan voor kleinere.
Normen per categorie
Categorie A tot 50K
Erkende Goede Doelen voldoen aan de normen. Enkele belangrijke zaken die je geregeld moet hebben voor Erkenning:
1. Actueel beleid: je hebt vastgelegd waarvoor je een oplossing wilt bieden, wat je organisatie wil bereiken en welke activiteiten hiervoor uitgevoerd worden. Hiervoor is geld nodig en ook daarvan beschrijf je hoe je dat gaat verkrijgen.
2. Begroting: je beleidsplan is onderbouwd met een begroting, die inzicht geeft in zowel de verwachte inkomsten als de bestedingen.
3. Onafhankelijk bestuur: het bestuur bestaat uit minstens drie leden en bestuurt het goede doel los van zakelijke belangen, familiebanden of connecties met andere organisaties.
4. Transparantie en controle van de jaarcijfers: je hebt ten minste een balans en staat van baten en lasten, die worden gecontroleerd door een kascommissie of accountant (AA- of RA-geregistreerd) of is voorzien van minimaal een samenstellingsverklaring van een accountant. Op je website ben je transparant door je documenten te publiceren, zoals beleidsplan en jaarcijfers.
De volledige set normen voor categorie A tot 50K vind je hier.
Categorie A
Erkende Goede Doelen voldoen aan de normen. Enkele belangrijke zaken die je geregeld moet hebben voor Erkenning:
-
Actueel beleid: je hebt vastgelegd waarvoor je een oplossing wilt bieden, wat je organisatie wil bereiken en welke activiteiten hiervoor uitgevoerd worden. Hiervoor is geld nodig en ook daarvan beschrijf je hoe je dat gaat verkrijgen.
-
Begroting: je beleidsplan is onderbouwd met een begroting, die inzicht geeft in zowel de verwachte inkomsten als de bestedingen.
-
Onafhankelijk bestuur: het bestuur bestaat uit minstens drie leden en bestuurt het goede doel los van zakelijke belangen, familiebanden of connecties met andere organisaties.
-
Transparantie en controle van de jaarcijfers: je hebt ten minste een balans en staat van baten en lasten, die worden gecontroleerd door een kascommissie of accountant (AA- of RA-geregistreerd) of is voorzien van minimaal een samenstellingsverklaring van een accountant. Op je website ben je transparant door je documenten te publiceren, zoals beleidsplan en jaarcijfers.
Categorie B
Erkende Goede Doelen voldoen aan de normen. Enkele belangrijke zaken die je geregeld moet hebben voor Erkenning:
-
Actueel beleid: je hebt vastgelegd waarvoor je een oplossing wilt bieden, wat je organisatie wil bereiken en welke activiteiten hiervoor uitgevoerd worden. Hiervoor is geld nodig en ook daarvan beschrijf je hoe je dat gaat verkrijgen.
-
Begroting: je beleidsplan is onderbouwd met een begroting, die inzicht geeft in zowel de verwachte inkomsten als de bestedingen.
-
Onafhankelijk bestuur: het bestuur bestaat uit minstens drie leden en bestuurt het goede doel los van zakelijke belangen, familiebanden of connecties met andere organisaties.
-
Transparantie en controle van de jaarverslaggeving: je hebt een financiële jaarrekening en een bestuursverslag die voldoen aan officiële verslaggevingsrichtlijnen. Beide worden gecontroleerd door een kascommissie of accountant (AA- of RA-geregistreerd) of zijn voorzien van minimaal een samenstellingsverklaring van een accountant. Op je website ben je transparant door je documenten te publiceren, zoals beleidsplan, statuten en jaarverslaggeving.
De volledige set met normen waarop wij toetsen lees je hier.
Categorie C
Erkende Goede Doelen voldoen aan de normen. De normen zijn onderverdeeld in acht thema’s, waarbij je onder andere aan de volgende zaken kunt denken:
-
Missie: je hebt een duidelijk geformuleerde hoofddoelstelling, waarbij je beschrijft waarvoor je een oplossing wilt bieden en welke verbetering je voor ogen hebt.
-
Middelen: hoeveel middelen heb je nodig om je doel te bereiken en hoe kom je aan de benodigde middelen?
-
Activiteiten: welke activiteiten heb je gekozen om de hoofddoelstelling te bereiken en hoe organiseer je dat? Hierbij zorg je ook voor goed beheer van de verkregen middelen en breng je risico’s in kaart.
-
Doelrealisatie: hoe weet je dat wat je doet werkt en op grond waarvan weet je dat? En de vervolgvraag: heb je zo efficiënt en effectief mogelijk bereikt wat je van plan was te bereiken in het licht van de hoofddoelstelling?
-
Governance: de onafhankelijkheid van het bestuur en toezicht is geborgd en er wordt gewaakt voor (de schijn van) belangenverstrengeling.
-
Integriteit: welke preventieve maatregelen ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag zijn er, hoe kan dit veilig worden gemeld, hoe wordt hierop adequaat gehandeld en is er transparante verantwoording?
-
Verantwoording: je hebt een jaarverslag met een controleverklaring van de accountant. Op je website ben je transparant door je documenten te publiceren, zoals het beleidsplan, de statuten, de jaarverslaggeving, etc.
-
Belanghebbenden: je hebt de belanghebbenden in kaart gebracht en zoekt actief input vanuit deze groepen.
De volledige set met normen waarop wij toetsen lees je hier.
Categorie D
Erkende Goede Doelen voldoen aan de normen. De normen zijn onderverdeeld in acht thema’s, waarbij je onder andere aan de volgende zaken kunt denken:
-
Missie: je hebt een duidelijk geformuleerde hoofddoelstelling, waarbij je beschrijft waarvoor je een oplossing wilt bieden en welke verbetering je voor ogen hebt.
-
Middelen: hoeveel middelen heb je nodig om je doel te bereiken en hoe kom je aan de benodigde middelen?
-
Activiteiten: welke activiteiten heb je gekozen om de hoofddoelstelling te bereiken en hoe organiseer je dat? Hierbij zorg je ook voor goed beheer van de verkregen middelen en breng je risico’s in kaart.
-
Doelrealisatie: hoe weet je dat wat je doet werkt en op grond waarvan weet je dat? En de vervolgvraag: heb je zo efficiënt en effectief mogelijk bereikt wat je van plan was te bereiken in het licht van de hoofddoelstelling?
-
Governance: de onafhankelijkheid van het bestuur en toezicht is geborgd en er wordt gewaakt voor (de schijn van) belangenverstrengeling.
-
Integriteit: welke preventieve maatregelen ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag zijn er, hoe kan dit veilig worden gemeld, hoe wordt hierop adequaat gehandeld en is er transparante verantwoording
-
Verantwoording: je hebt een jaarverslag met een controleverklaring van de accountant. Op je website ben je transparant door je documenten te publiceren, zoals het beleidsplan, de statuten, de jaarverslaggeving, etc.
-
Belanghebbenden: je hebt de belanghebbenden in kaart gebracht en zoekt actief input vanuit deze groepen.
De volledige set met normen waarop wij toetsen lees je hier.
De normen zijn vastgelegd door de onafhankelijke Commissie Normstelling. De commissie bestaat uit zeven leden van maatschappelijke groeperingen die de belangen van donateurs en de goededoelensector behartigen.
Opvolging
Nadat een organisatie de Erkenning heeft gekregen, krijgt elk Erkend Goed Doel een jaarlijkse check. Zo controleren we of de organisatie nog steeds aan de normen voldoet. Mocht dat niet meer het geval zijn, dan spreken we met de organisatie af dat zij maatregelen neemt om weer aan de normen te voldoen. Bij ernstige overtredingen trekken we (na overleg en het verstrijken van de bezwaartermijnen) de Erkenning in.
Kost het mij veel tijd om de Erkenning aan te vragen?
Het CBF streeft administratieve lastenverlichting en ontdubbeling na. Hiervoor sluiten wij zoveel mogelijk aan op bestaande regelgeving en verantwoordingen aan subsidieverstrekkers. Je stuurt dus de stukken die je toch al hebt en het CBF doet het toetsingswerk.